Nederlandsch kookkundig woordenboek, zoo wel voor de huishouding als keuken; ten dienste voor jonggehuwde vrouwen, huishoudsters, koks, keukenmeiden en hen die gaarne lekker eten. Leerende naar alphabetische orde ... het bereiden van allerlei spijzen, ... Het braden, stoven en koken van verschillende soorten van vleesch, gevogelte, visch en groenten, soepen, meelspijzen, pasteijen, taarten en ander gebak, voorts konfituren, banket, enz. Wat er in den slagttijd moet gedaan worden, het zouten, pekelen en rooken van vleesch en spek, ... het droogen en inleggen van velerlei groenten en vruchten voor den winter. Voorts eene menigte recepten om aangename dranken en likeuren te vervaardigen ...