Het bord heeft dezelfde afmetingen als bij klassiek schaken: 8×8 vakjes. De initiële opstelling komt over het algemeen overeen met de opstelling bij klassiek schaken, maar kent twee verschillen: de witte koningin bevindt zich op veld e1, de witte koning bevindt zich op veld d1 (dat wil zeggen dat elke koning zich links van zijn koningin bevindt, wanneer gezien vanaf de kant van de speler); de pionnen bevinden zich op de derde rang van de speler (dat wil zeggen wit op de derde en zwart op de zesde).
De gebruikelijke zetten van de koning, toren en pion zijn dezelfde als bij schaken: de koning beweegt één veld horizontaal, verticaal of diagonaal, de toren beweegt een willekeurig aantal vrije velden verticaal of horizontaal, de pion beweegt een veld naar voren en valt een veld aan. diagonaal naar voren.
Het spel kan gespeeld worden met kunstmatige intelligentie, samen met een andere persoon op hetzelfde apparaat, of met een tegenstander online in de multiplayer-modus.
Stuk beweegt:
De koning beweegt zoals bij Europees schaak. Er is geen mogelijkheid tot rokade (de koning naar de toren verplaatsen).
Vrouw - beweegt slechts één punt diagonaal.
Toren - kan een willekeurig aantal vierkanten horizontaal of verticaal verplaatsen, op voorwaarde dat er geen stukken op zijn pad staan.
Bisschop - beweegt één vierkant diagonaal in elke richting of één vierkant verticaal naar voren.
Ridder - verplaatst twee cellen verticaal en vervolgens één cel horizontaal, of omgekeerd, twee cellen horizontaal en één cel verticaal (hetzelfde als in de Europese analoog).
Een pion gaat verticaal één stap vooruit en diagonaal één stap vooruit, zoals bij Europees schaken. Een pion kan alleen veranderen in een analoog van een koningin en de zesde rang bereiken.
Overwinningsvoorwaarden:
Net als bij klassiek schaken is het doel van het spel om de koning van de tegenstander schaakmat te zetten. Pat brengt een gelijkspel.