Waar is mijn schone meisje? Ik weet niet meer wat er is gebeurd, ik weet alleen dat ik niet meer bij haar ben. De lucht stroomt in mij, in een oogwenk, mijn lichaam stijgt, dan bereik ik een punt waar de lucht mij doet omdraaien, nu is mijn zicht ondersteboven; de donkere grot is gevuld met schitteringen van diamanten en metalen, zo vaag dat alles grijs wordt. Het rotsachtige terrein wordt mijn grond, mijn voeten vallen op de grond, ik kijk omhoog en een lichtstraal van een prachtige roos die aan het uiteinde ligt verlicht mijn pad.