De Evangelische Bijbelvertaling (EBV) is tot stand gekomen tussen 2010 en 2020. De naam van de vertaling houdt verband met het Goede Nieuws, dat is het Evangelie van Jezus Christus.
De Evangelische Bijbelvertaling (EBV) berust wat het Nieuwe Testament betreft op de tekst van het Aramese Nieuwe Testament, genaamd de Peshitta, waarvan het oudste manuscript in de 5e eeuw n. Chr. wordt gedateerd. De tekst ervan is vanaf die tijd vrijwel ongewijzigd gebleven en kent dus niet de varianten zoals die in de bronnen van het Griekse Nieuwe Testament worden aangetroffen. In het algemeen wordt aangenomen dat het Grieks de grondtaal is van het Nieuwe Testament. Er zijn echter enkele goede argumenten voor de gedachte dat de Aramese Peshitta van het Nieuwe Testament de oorspronkelijke tekst zou kunnen zijn. Dit ingewikkelde onderwerp wordt besproken in één van de inleidende bijlagen. Voor de doorsneelezer van de bijbel zal het weinig uitmaken of het Grieks of Aramees het uitgangspunt was.
De Evangelische Bijbelvertaling (EBV) gebruikt de Naam ‘HEERE’ of ‘de HEERE’, waar in het Hebreeuws van het Oude Testament sprake is van de Naam ‘JaHWeH’. De Naam komt ruim 6500 keer in het Oude Testament voor.
De Evangelische Bijbelvertaling (EBV) gebruikt de naam ‘GOD’ met hoofdletters overal waar in het Oude Testament ‘Elohiem’ staat als aanduiding voor GOD als de Schepper van hemelen en aarde, de GOD van Abraham, Izak en Jakob.
De Evangelische Bijbelvertaling (EBV) gebruikt in het Nieuwe Testament niet de namen van personen en plaatsen in hun Aramese vorm, zoals in Peshitta-vertalingen gebruikelijk is. De namen in hun Griekse vorm zijn zo vertrouwd dat wij die voor de herkenbaarheid hebben laten staan. Ook de Naam van Jezus Christus is gehandhaafd. De Aramese naam Kefas voor de apostel Simeon Petrus hebben wij zes keer doorgevoerd, maar alleen waar die naam in de Griekse tekst van het Nieuwe Testament ook voorkomt.
De EBV-S, de EBV-Studieversie, is bedoeld voor hen die het op hun hart hebben om de tekst van de Bijbel diepgaand te onderzoeken en gewend zijn om te leren en te studeren. Voor de gebruikers van de EBV-S zijn er twee soorten voetnoten:
(a) voetnoten die betrekking hebben op vertaalkwesties van de grondtekst. M.n. in de vertaalnoten bij het Nieuwe Testament zal de lezer herhaaldelijk de volgende afkortingen tegenkomen: NA28, MHT en TR, die resp. staan voor drie Griekse uitgaven van het Nieuwe Testament nl. de Nestlé Aland 28e editie, de MeerderHeidsTekst (‹Majority Text›) en de Textus Receptus.
(b) voetnoten die sterk inhoudelijk en verklarend van karakter zijn en de nodige achtergronden bij de tekst belichten. Deze voetnoten kunnen eenvoudig zijn, maar ook zeer ingewikkeld.
Voor de voetnoten, diverse artikelen in de bijlagen en voor tal van vertaalkeuzes in het Oude Testament hebben wij bijzonder intensief gebruikgemaakt van het bijbelcommentaar van Keil & Delitzsch (‹K&D - de standaardafkorting die wij voor hun werk gebruiken in de voetnoten›) zoals dat ons ter beschikking stond in de Engelse vertaling onder de titel: Biblical Commentary on the Old Testament by Carl Friedrich Keil & Frank Delitzsch (‹Eerdmans Michigan 1950, ’51›). De kennis van beide geleerden van het bijbels Hebreeuws is buitengewoon (‹Franz Delitzsch heeft ook zorg gedragen voor één van de eerste vertalingen van het Nieuwe Testament in het Hebreeuws›), de gedetailleerde uitleg van de taalkundige overwegingen bij de vertaalkeuzes is zeer uitgebreid en verzorgd, en de geschiedkundige en geografische informatie aangaande het Midden-Oosten erg verrijkend.
De EBV-S onderscheidt zich ook van de EBV in de bijlagen die gevormd worden door artikelen waarin bepaalde onderwerpen uit Gods Woord of ten aanzien van het christelijk leven worden uitgediept.
De Evangelische Bijbelvertaling is op deze site on-line te lezen:
www.evangelischebijbelvertaling.nl