Wederlegginge van de argumenten opgestelt van wegen de heeren bewinthebberen van de Oost- en West-Indische Compagnien der vereenighde provintien, teegens de vryheyt van commercie van de inwoonders der Nederlanden, onderdanen van Sijne Keyserlijcke en Catholique Majesteyt, op ver afgelegene plaatsen, op praetext van het 5 en 6 articulen van het tractaat van Munster