Als Fien en Teun op de hooizolder een tent vinden, mogen ze van papa en mama kamperen in de natuur. Met volle rugzakken, een picknickmand en flink wat kriebels in hun buik gaan het boertje en boerinnetje op pad. Onderweg leren Fien en Teun al snel nieuwe dierenvriendjes kennen. Alleen een tent opzetten blijkt nog helemaal niet zo makkelijk. En dan beginnen hun vrienden van thuis ook nog om aandacht te vragen! Maar ja, boerderijdieren kunnen nu eenmaal niet kamperen... of toch wel?