De directie "Tienpondt" een afdeling van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, huist in een aftands gebouw ergens in Brussel. Ze bestaat uit de directeur Paul thienpondt, de dienstchef Philemon Persez, onderbureauchef Bonaventuur Verastenhoven, opsteller Jean De Pesser en Gilbert Van Hie, de clerk. Dan zijn er nog de klasseerder Jomme Dockx, de secretaresse Karolijn van Kerbeke en de typiste Betty Bossé. in de gang zit Hilaire Baconfoy, de bode. Zo wordt er op 10 november een vrije dag ingelast. baconfoy is sluw genoeg om te weten dat als hij de nota daaromtrent op het bureau van persez deponeert, de kans groot is dat hij deze niet leest en de kollega's er die maandag zullen staan. Wat dan ook gebeurt. Wanneer de nota aan het licht komt, is het te laat. Dan maar terug naar huis, maar de lift, om welke duistere reden dan ook, laat het afweten. Noodgedwongen en tegen hun zin moeten ze de hele dag met elkaar doorbrengen en de sfeer wordt al gauw onaangenaam.