Een nieuwe vertaling van Martin Heideggers vroege werk "Fenomenologie en Theologie", oorspronkelijk gepubliceerd in 1927. Deze editie bevat een nieuw nawoord van de vertaler, een tijdlijn van Heideggers leven en werk, een filosofische index van Heideggeriaanse kernbegrippen en een terminologiewijzer voor 19e- en 20e-eeuwse existentialisten. Deze vertaling is ontworpen met het oog op leesbaarheid en toegankelijkheid van Heideggers raadselachtige en dichte filosofie. Complexe en specifieke filosofische termen zijn zo letterlijk mogelijk vertaald en academische voetnoten zijn verwijderd om het lezen te vergemakkelijken. Het begint met de bewering dat theologie, hier in de eerste plaats opgevat als christelijke theologie, een positieve wetenschap is die fundamenteel verschilt van filosofie, met inbegrip van fenomenologie. Dit onderscheid is geworteld in de aard van het onderwerp en de methodologie van de theologie, die gericht zijn op geloof en het begrijpen van het christendom als een historisch fenomeen. Het artikel benadrukt dat theologie, als wetenschap, niet alleen gekenmerkt moet worden door haar positiviteit, maar ook door haar specifieke wetenschappelijkheid. Het artikel gaat vervolgens in op de conceptuele fijne kneepjes van de christelijke theologie en bespreekt hoe geloof, vooral in de christelijke context, een existentiële modus is die uitstijgt boven louter theoretisch begrip. Er wordt beargumenteerd dat geloof, en bij uitbreiding theologie, niet slechts een verzameling doctrines of dogma's is, maar een bestaanswijze die diep verweven is met de historische gebeurtenis van het christendom. Deze existentiële dimensie van geloof geeft vorm aan de aard van theologie, waardoor het niet alleen een studie van de christelijke leer is, maar een verkenning van de existentiële implicaties van geloof in historische en ontologische termen. Theologische concepten zijn dus niet slechts abstracte ideeën, maar hebben existentiële betekenis en geven vorm aan het begrip van het bestaan van de gelovige. Dit existentiële en historische karakter van theologie onderscheidt haar van andere wetenschappen en van filosofie, waaronder fenomenologie, die zich bezighoudt met meer algemene vragen over zijn en bestaan. Het artikel besluit met de suggestie dat theologie en fenomenologie weliswaar van elkaar verschillen, maar elkaar kunnen informeren en verrijken, vooral bij het begrijpen van de existentiële dimensies van geloof en zijn.