Een nieuwe vertaling van Heidegger's vroege werk "Hegel's Concept of Experience", dat een van de 6 belangrijkste essays is van het werk "Holzwege" oorspronkelijk gepubliceerd in 1914. Deze editie bevat een nieuw nawoord van de vertaler, een tijdlijn van Heideggers leven en werk, een filosofische index van Heideggeriaanse kernbegrippen en een gids voor existentialistische terminologie van 19e en 20e eeuwse existentialisten. Deze vertaling is ontworpen met het oog op leesbaarheid en toegankelijkheid van Heideggers raadselachtige en dichte filosofie. Complexe en specifieke filosofische termen zijn zo letterlijk mogelijk vertaald en academische voetnoten zijn verwijderd om het lezen te vergemakkelijken. Heidegger interpreteert Hegels Fenomenologie van de geest, waarbij hij zich concentreert op de dialectische structuur van de ervaring (in het Duits "Erfahrung"). Hij bespreekt hoe Hegels notie van ervaring een historische en fenomenologische ontvouwing inhoudt waarin het bewustzijn door verschillende stadia van zelfbewustzijn en zelfvervreemding evolueert, wat uiteindelijk leidt tot absolute kennis. Heidegger onderzoekt dit proces kritisch en de implicaties ervan voor het begrijpen van zijn en waarheid. De bundel waar dit artikel uit komt, Holzwege, is na "Zijn en tijd" alleen nog maar bekender geworden. Hier geeft hij enkele van zijn meest scherpzinnige commentaren op Hegel, Descartes, Nietzsche, Anaximander, Rilke en Hölderlin. Houtpaden bestaat uit een verzameling essays die filosofische en existentiële vragen overdenken door middel van de analyse van kunst, poëzie en geschiedenis. De originele Duitse titel "Holzwege" verwijst naar de houthakkerspaden in Duitse bossen, waarvan iedereen die wel eens in Duitsland heeft gewandeld weet dat ze altijd doodlopen. Vandaar dat dit soms vertaald wordt als "doodlopende paden" of "houthakkerswegen" of "Buiten de gebaande paden" of iets in die trant, want dit is wat de titel betekent - de doodlopende paden van de filosofie en de inherente obscuriteit van het streven naar het Zijn. Heidegger gebruikt deze essays om zijn ontologische onderzoeken te verkennen, met name de aard van het zijn en de relatie tussen mensen en de wereld om hen heen.